Hoofdtekst
Karel ... en Willem de B. en den aa Wim P. meteen, hein, en nog ene, ze hadden zich laten scheren, en toen in de steeg aan de poel, doa liep e väreke, wei een aa zoog, hein, en toen zegden ze: 'die zoog (= zeug), die gaan we voor ons door jagen en van wie ze is, kan ze vetten (= vetmesten) en doa drinken we een pint op, wor?! en van wie de zoog is, die moet ze betalen.' Ze jagen de zoog voor hen door, en de zoog 'knrr!' die knesde (= knorde) zo, hein, - op den draai om - en a(ch)ter De Welf, de zoog eweg en een vlam vuur! De zoog was eweg, wa was dat allez?!! Dat was e spook! da's waar gewees(t), ze!
Onderwerp
SINSAG 0478 - Andere Erlebnisse; unbeschreibbare Spukerscheinungen.   
Beschrijving
Wim P. kwam samen met Karel en Willem D.B. terug van de kapper waar ze zich hadden laten scheren. Toen ze op de terugweg een varken zagen lopen, zei één van de mannen: "We zullen de zeug proberen te vangen. Wie het dier te pakken krijgt, mag het vetmesten. Daarna zullen we het vieren met een glas bier!" Zodra de zeug voorbij De Welf was, veranderde ze echter in een vlam! Het was een spookdier.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (tongeren en omstreken)
351
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Willem D.B.   
Wim P.   
Karel D.B.   
Naam Locatie in Tekst
Millen   
Plaats van Handelen
De Welf (Millen)   
Welf (De) (Millen)