Hoofdtekst
Ich bin eens bespookt geweest. Ich vrijde in Wèzet. Ja, dat is mech echt gebeurd. En van Wèzet koem ich hier achter in de Winne op e voetpad. En een heel fijn juffrouw zat do - ze vroeg mech voor met te gaan. En 's mirres ('s morgens) om zeven uren stond ich aan Cosemans. De heel nacht gegangen en dow kos ich nog no Briegden gaan.
Onderwerp
SINSAG 0310F   
Beschrijving
Een man was zijn vriendin in Wèzet gaan opzoeken. Op de terugweg ontmoette de man een witte juffrouw die met hem meeging. De man raakte echter verdwaald. De volgende ochtend stelde hij vast dat hij bij het huis van C. was aanbeland.
Bron
W. Jackers, Leuven, 1958
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (bilzen)
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Gellik   
Plaats van Handelen
Wezèt