Hoofdtekst
Toen ich 13 jaar was ging ich al werken en wij waren met zo'n vijf en twintig man en daar was ooch ne schupper bij, die schapen hoeden moest op'e brug daar ergens. En die had daar zo'n hut waar hij 's nachts logeerde. En daar zat ooch altijd 'n kat in 'e buurt en dan 's avonds kwam die kat bij hem aan en op ne keer zei hij 'Ah mij lief poezeke wat zijt gij toch e schoon dingske' en hij streelde dat zo. En effen later zei de kat: 'Als gij nie zo fijn gesproken had, dan had ich u van de nacht de nek gebroken.'
Onderwerp
SINSAG 0603 - Andere Begegnungen mit sprechenden Katzen.
  
Beschrijving
Een schaapherder die 's nachts in een hut logeerde, kreeg bezoek van een kat. De man sprak tot het dier: "Ah, mijn lief poesje, wat ben jij toch mooi!" Daarop antwoordde de kat: "Als jij niet zo mooi had gesproken, dan had ik je vannacht de nek gebroken!"
Bron
I. Kenens, Leuven, 1957
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (noord-west)
94
75 jaar geleden
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Hechtel