Hoofdtekst
‘k En ik nog hoord van ’n boerinne die koste toveren, ze goengk no de mart en ’t meisse pakte beuter voer in heur petatten. ’t Kwaam dor ineens ’n grote katte en ze riep: “Is da smoet, is dat smoet?” “Gedimsche seute” zei da meisse en ze sloeg met heur kokende panne no die katte en o de boerinne thuus kwaam van de mart, was ze heel verbrand.
Onderwerp
SINSAG 0640 - Hexentier verwundet: Frau zeigt am folgenden Tag Malzeichen.
  
Beschrijving
Een meid was aardappelen aan het bakken terwijl de boerin naar de markt ging. Ondertussen kwam er een grote kat binnen, waarop de meid met de gloeiende pan naar het dier sloeg. Toen de boerin terugkwam van de markt, was ze helemaal verbrand.
Bron
M. Vander Cruysse, Leuven, 1965
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (n van brugge)
442
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Moerkerke