Hoofdtekst
Ah, doodkeersen, ze deien een keerse in een uitgehaalde butterape (biet) en ze deien daar een korrige (koordje) rond en ze deien dat op en nere gaan in de bomen. En de menschen waren verschrikt. Ze peisden dat ’t een was die weerekeerde.
Beschrijving
Soms hing men een uitgeholde suikerbiet met een koordje aan een boom. Als de mensen die doodkeers dan op en neer zagen bewegen, geloofden ze dat het een teruggekeerde dode was.
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
west-vlaams (franse grens)
81
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Watou