Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

MDREE0158_0158_2180 - De Baas van "Dalemolen" in Lauw komt terug als (zwarte) hond

Een sage (mondeling), 1967

Hoofdtekst

In d'oude Meule was altijd geruch(t) in de Meule (= molen). En in de huis liep ene zwatte hond rond; die stiet de stüjl (= stoelen) om, gooide de sjöper (= schapraai) open. Mè den aa boas (= oude baas) was 't jaar tevoren gestoreven en die kwam terug as weerwolef. Toen zei de jong(en) tegen hem 'wa komt zje altijd razen in mijn huis?'Ze hebben pastoors doen komen, mè doa moogde (= mocht) niks op te zeggen zijn, want he wis(t) op alleman iet. Toen is doa ene jonge pastoor gekomen, die zou de weerwolef verbannen. Die zwatte hond dat was de duivel en die zei toen nog: 'zje he(b)t eens twee kabuis gestolen.' - 'Ja, zei de pastoor, mè toen was ich nog maar e männeke van tien jaar, en ich heb ze lang terugbetaald.' Toen is dat pasteurke nog terug(ge)komen met enen andere, en de twee pastoors hebben hem toen een mijt jotseme (= mutsaards) doen inkruipen, ze hebben het vuur t' raan gestoken en hem toen in 't Jeker in 't water doen springen. Zo werd er verbannen voor negenennegentig jaar. Die zijn nu volegend jaar om, wat dan gaat gebeuren weet ich nie. Doa zijnter (= zijn er) ook wa zeggen, dat het was voor negenennegentig jaar en nog.

Onderwerp

SINSAG 0258 - Plagegeist durch Pfarrer (Pater) gebannt    SINSAG 0258 - Plagegeist durch Pfarrer (Pater) gebannt   

SINSAG 0362 - Toter kehrt als Tier wieder. Erklärung der Erscheinung des Spuktieres.    SINSAG 0362 - Toter kehrt als Tier wieder. Erklärung der Erscheinung des Spuktieres.   

SINSAG 0410 - Der gebannte Geist.    SINSAG 0410 - Der gebannte Geist.   

Beschrijving

De oude baas van de molen was gestorven en kwam na zijn dood terug als weerwolf. In het huis zat altijd een zwarte hond die de stoelen omgooide en de kasten openmaakte. Er waren al vele pastoors gekomen, maar geen enkele was er in geslaagd om het spook te verbannen; alle pastoors hadden in hun leven wel één of andere zonde begaan. Op een dag kwam er een jonge pastoor naar de hond. Daarop sprak het dier: "Jij hebt ooit eens twee kolen gestolen". De pastoor antwoordde: "Ja, maar toen was ik nog maar tien jaar. Ik heb die kolen ondertussen al allemaal terugbetaald." Een tijdje later kwam de jonge pastoor terug met twee andere pastoors. Samen slaagden ze erin om de hond in een mijt mutsaards te jagen. Daarna staken ze de mutsaards in brand, waardoor de hond in het water sprong. Het spook werd verbannen naar de Jeker voor negenennegentig jaar. Volgend jaar is die periode om.

Bron

M. Dreezen, Leuven, 1967

Commentaar

1.4 Luchtgeesten
limburgs (tongeren en omstreken)
443
Negenennegentig jaar geleden.
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Lauw    Lauw   

Plaats van Handelen

Jeker (rivier)    Jeker (rivier)