Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

LDEWI0122_0123_42776

Een sage (mondeling), 1956

Hoofdtekst

Het spook van Rijmenam (variante)Dat was regelmatig in de Dollaak te doen, en de Dollaak dat was een water, een coupure van de Dijle. Iederen avond was er daar lawaai en muziek en ambras aan 't water. De Stee en De Witte van Haecht, van het Broek, die zaten samen in het café en dat waren echt twee bruteurs, en ze zaten daar te tutten en te zuipen en ze zeien: 'We gaan daarmee gedaan maken.' 't Waren twee erge. 's Zondags gaan ze er henen naar de Dollaak maar ze zien niks. De volgende Zondagavond gaan ze er weer henen met een groot air en weer horen ze niks. Maar de volgende Zondag zagen ze een haas op het pad en die sprak eulle aan. En Stee die liep al rap naar huis en De Witte die was eerst van de grote schrik achter een hoek gekropen. Maar als De Witte thuiskwam, liep die algauw naar de kellekamer naar zijn bed. Hij doet de deur van de kellekamer open en den haas zat voor de venster met zijn twee poten naar omhoog. Maar wat hem toen gezeid heeft, dien haas, dat weet ik niet.

Beschrijving

Bij de Dollaak, een zijstroom van de Dijle, was iedere avond lawaai en muziek te horen. Twee mannen die vaak in een nabijgelegen café vertoefden, waren niet bang en gingen op een zondagavond naar de Dollaak. Die avond was er echter niets te zien of te horen. Bij het tweede bezoek van de mannen was opnieuw alles stil. Toen de mannen daar voor de derde maal naartoe gingen, kwamen ze onderweg een haas tegen, die hen aansprak. De mannen waren zo geschrokken dat ze snel naar huis liepen. Op het ogenblik dat één van hen de deur openmaakte om naar zijn bed in de kelderkamer te gaan, zag hij de haas voor het raam zitten met zijn twee poten naar omhoog.

Bron

L. De Wit, Leuven, 1956

Commentaar

1.4 Luchtgeesten
antwerps (mechelen en omgeving)
114
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Muizen    Muizen   

Plaats van Handelen

Dijle    Dijle   

Dollaak    Dollaak