Hoofdtekst
23C Ja, dat mag ze opnemen. En dat er dan altijd… Vroeger waren dat huizen met moosgoten zo, heb je dat nog ooit geweten? En onder die… Dat was zo een dinge van… Waar dat ze op afwasten en zo. En onder die moosgoot zeiden ze dan, dat was zo een onder die moos, daar was zo een kotje onder die afwasbak zo. Dat was daar gemetst in en daar goten ze dan hun afwaswater door, dan liep dat buiten. En er kwam alle avonden een hin (hen) en die kwam daar altijd. En die mensen hadden altijd tegenslag zei ze, dat was dan in haar geburen (buurt). En altijd tegenslag en nog eens tegenslag en dan had er ene gezegd: "Je moet eens heet vet daarhenen (naartoe, nl op de hen) gieten."y2 Ai.23C En ’s anderendaags kwam daar een vrouw en die had heel haar voeten ingewonden, en dat was die heks. En dat vertelde die allemaal. En dat had ze allemaal meegemaakt, zei ze. En bij hen was dat zo een put, bij haar ouders, zo een putkuip met een geer aan, waar ze moesten water met een stok. En op die geer zat altijd een klein zwart manneke op die kuip, op die (?) kuip. En dan hadden ze dat daar ook afgeslagen en dat was een duveltje. De mensen zeiden dat dat altijd, allé, dat dat heksen waren.
Onderwerp
SINSAG 0640 - Hexentier verwundet: Frau zeigt am folgenden Tag Malzeichen.
  
Beschrijving
In een huis zag men bij het afvoergat voor het water iedere avond een hen zitten. Omdat die mensen ook altijd ongeluk hadden, kregen ze van iemand de raad om heet vet over de hen te gieten. Toen ze dat hadden gedaan, zagen ze de volgende dag een vrouw met zwachtels rond haar voeten. Die vrouw was een heks die zich in een hen kon veranderen.
Bij de waterput zag men altijd een duiveltje zitten.
Bij de waterput zag men altijd een duiveltje zitten.
Bron
T. Bergen, Leuven, 2003
Commentaar
2.1 Heksen
vlaams-brabants (groot-aarschot)
23C
Tante van de moeder van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Langdorp