Hoofdtekst
’t Was hier ne vint die olle navende ne lucht zag lanst ’n elshage. En ie zei: "’k Gaan ne keer zien wa da diene lucht daar doet". En ie ging lanst d’hage gaan liggen. Omme ne keer, ie zag diene lucht afkommen. En diene lucht danste up hem, maar ie gebaarde hem lijk dood. Ie was gekeerd en gekitteld, en diene lucht ging were naar zijn platse. En diene lucht haalde ne moor mee geld ut de grond. Ie telde’t. Maar diene vint ha zijn hoofd ’n bitje scheef g’houden, en diene lucht was daar were in zijn werk. En omme ne keer, diene lucht was weg, en diene vint ha diene lucht verlost.
Onderwerp
SINSAG 0183 - Schatzfeuer zeigt die Stelle, wo der Schatz ruht.
  
Beschrijving
Een man zag iedere avond naast een elzenhaag een lichtje zweven. Op een avond ging de man naast de haag liggen en deed alsof hij dood was. Het lichtje begon hem te kietelen en haalde vervolgens een stoomketel met geld uit de grond. De man zag hoe het lichtje het geld begon te tellen. De man heeft het lichtje verlost.
Bron
G. Speecke, Leuven, 1959
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
west-vlaams (menen en omstreken)
30
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Zandvoorde