Hoofdtekst
Weet je waar dat het overtijd vele gespookt heeft? Op d’hofstee van Gusten Coene. Dat was daar een afgevallen geestelijk die wilde trouwen met één van de dochters. ’t Begoste met de karton, de seulen (emmers) storten omme voor dat ’n aan de beesten kam. En de kerrepap (karnemelk) swobbelde (geluid van kokende pap)in nulder tallore, en dat ruttelde daar op de zolder. M’hebben dat horen vertellen. D’hennen leien eiers zonder schalen.
Beschrijving
Een geestelijke die het seminarie had verlaten, wilde trouwen met de dochter van een boer. Op de boerderij waar dat meisje woonde, gebeurden vreemde dingen. Emmers vielen vanzelf om, de pap kookte in de borden, de kippen legden eieren zonder schaal en op de zolder hoorde men gerammel.
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (franse grens)
547
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Stavele