Hoofdtekst
‘k Heb zelve nog ‘ne keer de Varende Vrouwe gezien bij ‘nen boer.Der stonden daar tenminste twintig hooimijten. Den boer was daar bezig met werken met zijn werkvolk, waaronder vrouwen. En den boer en die vrouwen hadden ’n zonhoed op. En in ene keer, de Varende Vrouwe zet heur op dat hooi en ze draait dat de lucht in. En den boer heeft nooit niet meer van zijn hooi gevonden. En dat is gebeurd op Ijvegem. En den hoed van één van die vrouwen was afgerukt van heur hoofd, ook in dat draaien. En vier uren verre, dat is twintig kilometers, in Deinze, hebben ze dien hoed teruggevonden.
Beschrijving
Bij een boer in Ijvegem stonden meer dan twintig hooimijten. De boer was aan het werk met zijn knechten en meiden, die een zonnehoed droegen. Opeens verscheen de Varende Vrouw, die het hooi hoog in de lucht deed vliegen. De boer heeft dat hooi nooit meer weergezien. De hoed van één van de meiden werd twintig kilometer verderop gevonden in Deinze.
Bron
F. Van Houdenhove, Leuven, 1967
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (tussen schelde en leie)
63
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Ingooigem   
Plaats van Handelen
Ijvegem   
Deinze