Hoofdtekst
’t Moeten hier vroeger in de grachten en de vaartjes vele waterduivels gezeten hebben. De mensen waren daar vree (= zeer) benauwd van. Ze trokken je (=u) in de grachten maar ze lieten je (u) met je (uw) kop boven - ze gingen d’r nooit dood van het, ze verdronken nooit - ’t was maar juiste schrik aanjagen.
Beschrijving
In de waterlopen van Mannekensvere zaten vroeger veel waterduivels die de mensen bang maakten. Ze hielden de mensen wel steeds met hun hoofd boven water, zodat er niemand verdronk.
Bron
J. Aspeslagh, Leuven, 1958
Commentaar
1.1 Watergeesten
west-vlaams (kamerlingsambacht)
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Mannekensvere   
Plaats van Handelen
Mannekensvere