Hoofdtekst
Weet zje nie voorwa dat de hon(den) altijd den ene onder den andere zijne sta(ar)t gaan rieken? Wel luistert: vroeger was doa e testament bo op stond dat de hon(den) het vlees moesten eten, en dat de minse de knuök (= knoken) moesten eten. Mè ene viese keer he(ef)t doa enen hond dat papier, dat heel testament dan afgeslik(t), en sind(s) moeten de hon(den) de knuök eten en de minsen eten het vlees op. En de hon(den) nu die jonne (= worden) gewaar at doa iet nie zjus is en doavoor gaat den ene altijd onder den andere zijne sta(ar)t snuffelen voor te zien of dat testament nereges nie terug uitkomt.
Onderwerp
SINUR 0051C - Warum die Hunde einander beriechen   
AT 0200 - The Dog's Certificate   
ATU 0200 - The Dogs’ Certificate   
Beschrijving
Vroeger bestond er een verklaring waarin stond dat de honden vlees moesten eten en de mensen beenderen. Op een dag had een hond het blad waarop die verklaring stond, echter ingeslikt. Sindsdien moesten de honden de beenderen eten en de mensen het vlees. Honden gaan nu nog steeds onder elkaars staart snuffelen om te kijken of het testament nergens opnieuw tevoorschijn komt.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
7. Sprookjes
limburgs (tongeren en omstreken)
1162
fabulaat
Cfr. AT, Type 200, "The Dog's Certificate", vooral Types 200A en 200B. Grimm, nr. 223.
Naam Locatie in Tekst
Neerrepen