Hoofdtekst
No (te) West-Cappel ’t was een ouden paster en hij hadde zijn schaplier verloren, en hij hadde ’t geleid in den broek van een boom in zijn hof. En hij preekte negen weken dat den dien die ’t gepakt hadde ging uitdrogen lijk een haring. En achter een beetje hij zag dag zijn schoonsten appelboom verdroogd was.
Beschrijving
Een pastoor die zijn schapulier verloren was, predikte negen weken lang dat de persoon die zijn schapulier had gestolen, zou uitdrogen als een haring. Na een tijdje stelde de geestelijke vast dat zijn mooiste appelboom verdroogd was; zonder het te weten had de geestelijke zijn schapulier tussen de takken van de appelboom gelegd.
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (franse grens)
453
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Herzele