Hoofdtekst
Beschrijving
Als de mensen veel werk hadden, dan lieten ze dat doen door de kaboutermannetjes. Ze lieten dan bijvoorbeeld een mestvork en wat rijstpap achter bij een veld dat bemest moest worden. ’s Ochtends was het werk gedaan. Zo kwamen de kaboutermannetjes ook boter karnen. Men mocht ook geld op die plaats leggen, maar op de munstukken mocht geen kruis staan, want anders kwamen de dwergjes niet meer.
Bron
M. Houtmeyers, Leuven, 1957
Commentaar
1.2 Aardgeesten
brabants (diest en omstreken)
9
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Webbekom