Hoofdtekst
- Ik kom dus iets vragen over de heksen, of gij nog verhalen kent die vroeger verteld werden.Jef: Dat is natuurlijk allemaal lang geleden eh. Ik heb het vooral van mijn vader gehoord. Ik heb er gisteren nog over nagedacht en eens gebeld naar mijn zuster. Die wist niet veel meer, maar toen ik een aantal verhalen vertelden, zei ze 'ja, da's waar'. Ik heb dan bijvoorbeeld het volgende verteld aan haar, en dus nu ook aan u: over dwaallichtjes. Er was eens een keer een mens in Paal die naar huis ging 's avonds. Hij keek achterom en toen zag hij redelijk ver van hem zo een lichtje. Hij gaat verder en ziet dat dat volgde. Hij gaat rapper en rapper maar dat blijft volgen. Toen begon hij te lopen zo rap als hij kon. Hij dacht toen zo: 'Ik ga rap ergens binnen in een huis.' Hij had de klink vast van de deur, en hij kijkt nog eens om. Toen zat dat lichtje op zijn schouder! Toen is hij gevallen, maar ik kan niet meer zeggen of hij toen 'van zijn zelve was' (flauwgevallen) of dood.
Beschrijving
Een man uit Paal die 's avonds naar huis wandelde, werd gevolgd door een dwaallichtje. Hoe sneller de man liep, hoe sneller het lichtje achter hem aan vloog. De bange man besloot snel in een huis binnen te gaan. Toen de man de deurklink vasthield, zag hij het lichtje op zijn schouder zitten. Daarop is de man op de grond gevallen.
Bron
F. Beerten, Leuven, 2003
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (groot-beringen)
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Koersel