Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

HSCHO0615_0615_10972

Een sage (mondeling), 1996-02-5 1996-02-5 (foutieve datum)

Hoofdtekst

I En dwaallichskes, dat was iets anders?44 Ja, maar ga eens na…3 Mai, wacht eens wat, dwaallichskes.44 Dwaallichten, zou dat ook niet zoiets zijn van die stukken van een ster?3 Nonk Louis ( = informant 43)- meende - heeft hij niks gezegd? - dat dat zou zijn van de moerassen, de dampen wat van de moerassen komen.45 Oh, dat zou ook kunnen zijn.3 En die dat dat een zeker dinge gaf.I Een zeker licht gaf.44 Een weerkaatsing of iets misschien?I Ja, van de maan ’s nachts dan. Maar daar zijn ‘läöi’ die vertelden dat dat zielkes waren.44 Ja [nadenkend].45 Wat?I Die zagen dan ( de weerkaatsing van) die gassen, dat konden dan die gassen zijn of glimwormpkes[instemmend gemompel].44 Die glinsteren ook. Maar ik heb dat toch van ‘ze lèève’ (= ooit) ergens gelezen, meen ik, dat dat afgeleid was, afkomstig was van een ster die ontplofte. Er waren soms ook staartsterren.I Of een meteoor.44 Dat zien ze nu toch nog regelmatig in het heelal, hé. Die sterrenkundigen die bestuderen dat en die weten dan de tijd wanneer die zich verplaatst en in wat een richting. Dan worden de ‘läöi’ al op voorhand ingelicht. Zo. 45 Ja, maar je hebt toch nooit gehoord dat hier ergens iets gevallen is.44 Ja, hier niet hé,Mai, maar we weten niks, hé Mai. Wie zegt dat hier niet wat in de zee gevallen kan zijn? We zijn toch maar een uur ervan af.

Beschrijving

Dwaallichtjes hadden iets te maken met staartsterren of sterren die ontploften.

Bron

H. Schoefs, Leuven, 1996

Commentaar

1.3 Vuurgeesten
limburgs (groot-riemst)
44I 615
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Vlijtingen    Vlijtingen