Hoofdtekst
‘k Ging mee als ik een mannige was in de beke van de frontieren.Mijn vader zei als ’t gedauwd is, ’t gas is wit, in de meerschen ’t was een hele ronde waardat er geen dauw en was. Mijn vader zei: “Dat is de kokkemaredans, dat is van de kokkemare te dansen”. Dat waren toveregen (tovenaressen). Dat was een ronde lijk van een manège.
Beschrijving
Een jongen had van zijn vader geleerd dat het gras 's ochtends een witte kleur had door de dauwdruppels. Op een ochtend zag de jongen in een weide een kring waar geen dauwdruppels te zien waren. Dat kwam door de kokkemaren. Dat waren tovenaressen die op die plaats hadden gedanst.
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (franse grens)
131
Jeugd van de informant
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Houtkerke