Hoofdtekst
't Kind van mijn tante aan de Luikerpoort was ziek en de 'doktoors' wisten niet wat het had en ze hadden al van alle medicijnen en prul gegeven, maar 't 'keekde' altijd en ze wisten niet wat dat betekende want het dronk zijn melk goed en toch was het alle dagen ellendiger en op 't laatste is het gestorven. En toen ze de wieg schoonmaakten, toen vonden ze een pop gelijk een bal van vodden gemaakt en die stak heel vol 'spingelen', dat was het bewijs dat het behekst was. Ze presumeerden op een oud wijf, die stak die spingelen in die pop en dat was genoeg om het te doen uittreuren. Die pop had de heks in de wieg maken weg te steken en zo wisten die mensen niet vanwaar dat kwam.Dat was zeker een heks, want als ik 's morgens uitreed en ik zag die, dan verdiende ik de hele dag niets.
Onderwerp
SINSAG 0531 - Peinhexe quält einen Menschen mit einer Puppe, in welche sie Nadeln steckt.
  
Beschrijving
Een familie aan de Luikerpoort had een kindje dat de hele tijd lag te huilen. De dokters hadden het kind al verschillende medicijnen gegeven, maar ze konden maar niet achterhalen wat er scheelde. De toestand van het kindje verslechterde elke dag en uiteindelijk is het gestorven. Toen ze de wieg schoonmaakte, vond de moeder er een pop die vol stak met spelden. Dat kon alleen het werk van een heks zijn geweest. Ze wist wie de heks was: het was een oude vrouw uit het dorp. Er waren bijvoorbeeld ook mensen die de hele dag niets verdienden met hun arbeid indien ze 's morgens die oude vrouw waren tegengekomen.
Bron
F. Beckers, Leuven, 1947
Commentaar
2.1 Heksen
zuid-limburgs
fabulaat
Het kindje uit het verhaal was het kind van de tante van de informant.
Naam Locatie in Tekst
Tongeren   
Plaats van Handelen
Luikerpoort