Hoofdtekst
’t Was daar nen boer en ie was nooi gerust gelaten bij nachte. Ie zegt: "Weet je wa da me gaan doen? Pak twee zakken graan en teure (ga) smijt da in d’houtmijte. De roô wiemkes gaan ze deruit rapen." Z’hân toene vele werk mee rapen en ze ’n kwamen nooi meer were.
Beschrijving
Een boer die 's nachts nooit rust had, goot op een dag twee zakken graan in de houtmijt. Omdat de rode wiemkes al die graantjes uit de houtmijt moesten rapen, hadden ze zoveel werk dat ze daarna nooit meer zijn teruggekeerd.
Bron
G. Speecke, Leuven, 1959
Commentaar
1.2 Aardgeesten
west-vlaams (menen en omstreken)
6
fabulaat
Naam Overig in Tekst
rode wiemkes   
Naam Locatie in Tekst
Harelbeke