Hoofdtekst
Der waren hier overtijd vele Duitske schapers olhier. Der was ter enen die sliep ip de zolder van ’n boerderie. Ie ha ne koffer vul boeken. Ip nen dag, ie was bezig zijn schapen te wachten en de koeier was naar de kamer gegaan van de schaper. Ie had er zitten in snuisteren en ie vond nen boek. Ie begoste te lezen. Maar ie ’n wiste nie wadde. Maar diene schaper kam lijk gedwongen. Ie kam naar huis. Tegen dat ie thuiskwam ie was gewarig da ze bezig waren mee in zijn boeken te kijken. Ie pakt dienen boek en geeft de poester ’n vage. De poester ha gelezen da den duvele moste werkvolk zenden, en de schaper wiste da. De duvels waren g’reed, maar ze ’n hân geen werk. De schaper pakte vier zakken lijnzaad en goot z’ip de messing (mesthoop) en ie deê de duvels ze were iprapen. En de messing wikkelde van de duvels. En os ’t in de zakken was, ze waren weg.
Onderwerp
SINSAG 0751 - Der Zauberlehrling.   
Beschrijving
In Wervik verbleven vroeger veel Duitse schapers. Eén van hen sliep op de zolder van een boerderij. Hij bezat een koffer gevuld met boeken. Toen de schaapherder op een dag zijn schapen aan het hoeden was, ging de koewachter stiekem naar de koffer en las in één van de boeken. De koewachter wist echter niet wat hij las. Na een tijdje voelde de Duitse schaper instinctief dat er iets mis was en ging snel naar huis. De koewachter had duivels opgeroepen, maar had hen geen werk gegeven. Daarop nam de schaapherder vier zakken lijnzaad en gooide die op de mesthoop. Even later krioelde de mesthoop van duivels die het lijnzaad moesten oprapen. Toen ze klaar waren met dat werk, verdwenen ze.
Bron
G. Speecke, Leuven, 1959
Commentaar
2.3 Toverboeken
west-vlaams (menen en omstreken)
329
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Duitse schaper   
Naam Locatie in Tekst
Wervik   
Plaats van Handelen
Wervik