Hoofdtekst
Jan V. ging eens naar de molen te Kozen en onderweg zag hij een haas recht op hem afkomen. Jan hield gauw zijn zak open en - kunt ge het geloven? - de haas liep daar recht in. Toen gooide hij de zak op de kar. Een beetje verder zag hij weer ene en hij dacht: 'Nu mag ik mijn zak niet openhouden want dan loopt die weg en dan heb ik misschien gene. Wat ga ik nu doen?' Maar hij wist gauw hoe laat het was. De haas riep: ' He, neef, waar zijt ge?' Toen zei die in de zak: 'In Jan V.'s zak' en toen gooide hij die zak zo ver hij vliegen wou en toen trokken de hazen er allebei vandoor.
Onderwerp
SINSAG 0592 - Hexentier kann nicht getroffen werden
  
SINSAG 0603 - Andere Begegnungen mit sprechenden Katzen.
  
Beschrijving
Toen Jan V. onderweg was naar de molen in Kozen, zag hij een haas op zich af komen. Jan hield gauw zijn zak open, en de haas liep er recht in. Jan gooide de zak op de kar. Toen Jan wat verderop weer een haas zag, dacht hij: "Deze keer mag ik de zak niet open houden, want dan springt de andere haas er misschien uit, en dan houd ik geen enkele over." Maar de tweede haas riep plots: "Hé neef, waar ben je?", waarop de andere haas antwoordde: "In Jans zak." Jan was zo geschrokken van dit tafereel, dat hij de zak met de haas weggooide zo ver hij kon.
Bron
F. Beckers, Leuven, 1947
Commentaar
2.1 Heksen
zuid-limburg
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Jan V.   
Kozen (de molen in Kozen)   
Naam Locatie in Tekst
Alken   
Plaats van Handelen
Kozen