Hoofdtekst
Up ’t ende van de strate, de Legestrate, stoend er mor een huus en ’t zat dor e papekatje (e katje die in ’t wilde liep zeker?) en de menschen woren dor gepijnd van want ’t hadde dor een van gebeten geweest, wordt er gezeid.
Beschrijving
Bij een huis in de Legestraat zat een zwerfkat. De mensen waren bang voor het dier omdat het al iemand had gebeten.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (vrijbos)
242B
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Handzame   
Plaats van Handelen
Legestraat