Hoofdtekst
Duivelspact vernietigd.In Meir is er de Duivelsschuur. Daar woonde een arm boerke, die geen schuur had, zijn naam ben ik vergeten. "Ik zou toch wel een schuur willen hebben", zei dat boerke.'t Komt ineens ne schone Heer binnen. "Moet gij een schuur hebben? Als ge uwen besten pand geeft, hebde morgen een schuur eer den haan kraait." "Wat moet ik geven?" zei dat boerke. "Tekent gij hierop", zei den andere, "morgen vroeg hebt gij een schuur. Als ze niet af is voor de haan kraait, moogt ge uw pand houden."Ze waren maar aan 't kloppen en timmeren. "Wat is dat toch?" zei die vrouw tegen hare man. "Ik heb een schuur laten bouwen voor mijnen besten pand." "Maar dat is uw ziel" zei de vrouw. Dan vertelde hij verder. De vrouw was seffens op en zij met de lanteern in de stal. De haan kraaide en de schuur was nog niet af. Daar was nog een gat in. "Dat hebben ze nooit niet dicht gekregen. Ik geloof dat de schuur er nog staat."
Onderwerp
SINSAG 0853 - Die unvollendete Scheune: Teufel von nachgeahmtem Hahnenschrei überrascht.   
Beschrijving
In Meer woonde een arme boer die geen schuur had. Er kwam een knappe heer op bezoek, die hem een nieuwe schuur beloofde in ruil voor zijn beste pand. De schuur zou klaar zijn vooraleer de haan de volgende ochtend had gekraaid. De boer ging akkoord en ondertekende een contract. Toen de boer en de boerin ’s nachts geklop hoorden, vertelde de boer wat hij had gedaan. De boerin begreep onmiddellijk dat haar man zijn ziel had verkocht. Ze stond op en ging met de lantaarn naar de stal, waardoor de haan voortijdig begon te kraaien. Op dat moment was de schuur nog niet af. Het gat in de schuur heeft men nooit kunnen dichtmaken.
Bron
R. Aertsen, Leuven, 1953
Commentaar
3.1 Duivels
antwerps (noorden van de antwerpse kempen)
281
fabulaat
Plaats van Handelen
Meer