Hoofdtekst
De kabouterkens, ze deien dedé komen o t’er veel werk was en ze werkten alten ip ’t ende van ’t land. Maar de mensen mochten ton nooit ipkijken. O ze ipkeken, ton werkten ze nie meer verder.
Beschrijving
Als er veel werk was, liet men de kaboutertjes komen. Wanneer de kaboutertjes aan het werk waren, mocht men niet toekijken, want anders hielden ze op met werken en moest men alles zelf doen.
Bron
P. Vandewalle, Leuven, 1968
Commentaar
1.2 Aardgeesten
west-vlaams (o van houtland)
483
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Waardamme