Hoofdtekst
‘k En nog hoord van de torrelen, bie nachte ten 12 hoorden ze daschen en on ze gieng kieken ’t was niet te vieng. Da was van de witheren.
Beschrijving
Op de torrelen, een hoeve die van de witheren was geweest, hoorde men om middernacht dorsen. Vreemd genoeg was er echter niets te zien.
Bron
S. Van Bael - Lehouck, Leuven, 1969
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (bachten de kupe)
780
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Witheer (pater)   
torrelen   
Naam Locatie in Tekst
Houtem