Hoofdtekst
Op het kasteeltje van Robbeneck. En 's middags om twaalf uur dan hoorden ze zo een lawaai of ze de ruiten uitgooiden, houtmijten vielen uiteen, pannen die maakten zo een lawaai dat ze daverden op het dak. En toen waren de gendarmen ook nog kijken gekomen, zuur. En ons vader - een klein manneke - die ging toen kijken. En toen zegden de gendarmen zo: 'Quelle affaire.' Meer had vader niet kunnen verstaan. En dat lang, lang geduurd maar het oud Hermanske uit Gotske wist wie dat was en wat dat was maar dat wou dat niet zeggen. En sinds heeft altijd de familie Robbeneck daar gewoond en nooit heeft daar nog een vrouwmens durven slapen 's nachts. De heer, dat was De Parkier, alle nachten bleef die op zijn kasteel slapen en de mevrouw en de meid naar Hasselt toe.
Onderwerp
SINSAG 0478 - Andere Erlebnisse; unbeschreibbare Spukerscheinungen.   
Beschrijving
Op het kasteeltje van Robbeneck hoorde men 's middags om twaalf uur een hels lawaai. Een zekere Herman uit Godsheide beweerde te weten wie voor het onheil verantwoordelijk was, maar weigerde het te zeggen. De kasteelheer D.P. bleef 's nachts op het kasteeltje slapen, terwijl zijn echtgenote samen met de meid in Hasselt ging overnachten.
Bron
W. Achten, Leuven, 1971
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
midden-limburgs
z
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Robbeneck
Herman
Herman
Robbeneck (kasteel van)   
kasteel van Robbeneck   
Naam Locatie in Tekst
Hasselt   
Plaats van Handelen
Godsheide   
Hasselt