Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

PKNAB0482_0484_6931 - De smid van Bienerveld en de duivel

Een sprookje (mondeling), 1970

Default_A_devil_sitting_on_a_lazy_chair_19th_century_2.jpg

Hoofdtekst

Jà, dat waor ene smid, gaon ich dich zèggen hé, en niet veel centen hé. En die moest eigelik, hij was geer aan ijzer geweest, verstaat der. En toen was hij aan ’t reizen gegangen en achterna was hij bij enen heer ‘komen, en gezegd waar naartoe dat er ging, jà, er had geren ijze[r ] gehad, maar hij had geen centen. "Ach als het dat maar is", zei die, maar zeit er "daar zijn voorwaardes bij. Oh, en wat zijn dat dan? Jà, zeit er, als die drie jaar om zijn zeit er, dan is de ziel van dich van mich. Die ziel van hem die war… (broer: kwam er bij hem halen…) Jajaja, nu gank mer. Maar ich wil maar zeggen hé, toen, nu war dat zo gegangen hé, dat als die drie jaar omwaren, de smid had toen ijzer gekregen eh, maar wie die drie jaar om waren, kwam hem die halen hé. Mer toen zeit de smid eh, zet geer uch mer get op de zetelstool eh, ich gaon mich get scheren en wassen en dan gaon ich met uch, zei die. Maar nu moot ich uch wel zeggen, volgens dat ze ons dat vertelden waor de duivel zelf eh, verstaaat der hé, dat waor zo’nen heer hé, mer persoonlijk den duivel. Kwam er hem daar halen. Zet uch daar mer get in de zetelstoel, zegt hij, dan gaan ich mich get anders aandoen en dan gaan ich met uch. Maar de smid die had enen stoel, als er da eenmaal inzat, dan kost der da niet meer uit hé; vooreer hij moest dich toelating geven. En de smid die had zich aangedaan en aangedaan. "Allé" zeit er "kom mer." Maar die zat daar te moren in die stoel en te vreigelen en te moren, "allé" zeit er, geis-te met?" "Bleif de hier?" Mer hij kósj niet uit die stoel hé. "Jaomer gij hebt mich alweer liggen", zeit er, "ger hebt mich alweer liggen." "Jaja, zeit er kom maar, dan gaan we." Maar hij zag dat die niet uit de stoel kost hé. "Hoor eens hier, zeit er, ich geef dich nog voor drie jaar, maar maak toch dat ich uit die stoel kom." "Oh, als het dat mer is", zeit de smid "en als geer mich weer voor drie jaar ijzer levert voor niks, dan kont ger gaan!" Ja, zo gezegd, zo gedaan. Die drie jaar waren om; gaan ik u zeggen, toen kwam hij weer hé, maar nu zeit er, zult ger mich neet verneuken, dat zeg ik uch rechtuit. Niet verneuken. "Womit?" zeit er "daar is niks van aan, niks van aan, du hoefs dich niet in die stoel te zetten, blijf maar hier get wandelen en zo." Maar, geer weeit, zeit ee, dat loopt misschien nog get aan, misschien heb der get goesting aan kersen? Ik heb hier ene fijne boom kersen achter staan in het weike, dan plukt der ouch get kersen, dan valt den tijd niet zolang. Ja, zoget dat zou ich nog wel willen, zeit er tegen Bèr. Maar het war alweer te laat eh, ging de smid dan weer: "Wie is ’t bes-te nog niet dik geëten, kom maar af, maar hij kost niet van die boom af. Nu had hij hem weer gevangen hé, "Jà, kom maar af", zèit er, hé. (Vervolgens: de duivel wordt een derde maal bij de neus genomen, door zich, heel klein, in een geldbeurs te "toveren": de smid bewerkt hem duchtig met de hamer, en de duivel is maar blij dat hij hem voorgoed kan verlaten.)

Onderwerp

ATU 0330 - The Smith and the Devil    ATU 0330 - The Smith and the Devil   

AT 0330A - The smith and the devil (death)    AT 0330A - The smith and the devil (death)   

Beschrijving

Een smid die over weinig geld beschikte, ging op reis omdat hij ijzer nodig had. Onderweg kwam hij een heer tegen, aan wie hij zijn probleem uitlegde. Daarop sprak de heer: "Dat is niet erg, ik zal je wel ijzer bezorgen. Maar over drie jaar wil ik dan wel je ziel hebben". De smid stemde in met het voorstel en kreeg ijzer van de heer. Toen de duivel drie jaar later bij de smid aanklopte, sprak deze laatste: "Ga maar even zitten. Ondertussen ga ik mij alvast wassen en scheren". De smid bezat echter een stoel met bijzondere eigenschappen. Wanneer men eenmaal in die stoel zat, kon men niet meer rechtstaan vooraleer de smid zijn toestemming had gegeven. Toen de smid klaar was om te vertrekken, sprak hij schertsend: "Vooruit, zullen we nu vertrekken?" Daarop sprak de duivel: "Jij hebt mij weer liggen, is het niet? Ik zal je nog drie jaar extra geven, als je er nu onmiddellijk voor zorgt dat ik uit deze stoel geraak". De smid liet de duivel rechtstaan en kreeg nog drie jaar lang gratis ijzer. Drie jaar later kwam de duivel weer bij de smid aankloppen. Daarop sprak de smid: "Deze keer hoef je niet op de stoel te wachten. Maak maar even een wandelingetje terwijl ik me klaarmaak. Als je ondertussen honger krijgt, mag je wat kersen van mijn boom plukken". Toen de duivel een kers plukte, bleef hij aan de boom vastkleven. Zo kreeg de smid weer drie jaar extra. Drie jaar later kwam de duivel voor de derde keer langs. Deze keer wist de smid de duivel te overhalen om zich zo klein te maken dat hij in een geldbeugel paste. Vervolgens bewerkte de smid het kleine duiveltje met een hamer. De duivel was opgelucht dat hij de smid voorgoed kon verlaten.

Bron

P. Knabben, Leuven, 1970

Commentaar

7. Sprookjes
limburgs (maasvallei)
U/IV/-
fabulaat
Bandopname

Naam Locatie in Tekst

Uikhoven    Uikhoven