Hoofdtekst
Hier woonde nen Dries en die woonde op een winningske en kort bij die winning stond ne grote hoekennotenboom. Dries zijne zoon Jef, die sliep juist aan de kant van die boom., maar die had nooit geen rust. ’s Nachts kwam daar altijd iets op hem liggen en dat werd zwaarder en zwaarder. Toen zei Dries: "Ik zal wel op uw kamer slapen." De volgende nacht was dat een gedruis in de boom en dan kwam dat op hem liggen. Toen hadden ze dat tegen de pastoor verteld en die kwam en die zei tegen hen: "gij moogt niet tegen mij klappen als ik bezig ben en ge moet de deur openlaten." Toen ging de pastoor de kamer binnen en die begon toen te bidden en van toen af was het spook gedaan.
Onderwerp
SINSAG 0291 - Mensch von Mahr beritten   
Beschrijving
Dries woonde op een boerderij waar een okkernotenboom naast stond. Jef, de zoon van Dries, vertelde dat er 's nachts iets op hem kwam liggen, dat alsmaar zwaarder en zwaarder werd. Omdat Jefs slaapkamer aan de kant van de okkernotenboom lag, stelde Dries voor om eens van kamer te wisselen. Die nacht had ook Dries een beklemmend gevoel. Toen Dries de pastoor liet komen, sprak de geestelijke: "Je mag niet tegen mij praten wanneer ik binnen ben en je moet de deur open laten. De pastoor ging de kamer binnen en begon te bidden. Daarna had men geen last meer van het spook.
Bron
A. Princen, Leuven, 1965
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
limburgs (tussen hasselt en beringen)
211
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Dries   
Jef   
Naam Locatie in Tekst
Kuringen