Hoofdtekst
Gijske koem 's avonds met den trein van zes uren af. Do stond geen huis op de steenweg en toen koem de wèrewolf op hem aan en dow moest er 'm dragen en er had nog meppen (slagen) gekregen en op 't leste moest Nonk Jo hem gaan halen in de statie. Maar dan zoogste (zaagt ge) 'm nie. Wel hoorde ge 'm lopen. En ver goengen 'm wier halen en zegden 'As er nu nog komt, dan gaan ver hem na' en ver woeren gewapend. Ver hoorden 'm dan met 'n ketting, dan met 'n stuk ijzer in 't veld. En vèr (wij) 'm na 't veld over. En sjieten laten, dat woer verschrikkelijk. En daarna lachte er ons uit wie (gelijk) vijftig man.
Onderwerp
SINSAG 0801 - Werwolf lässt sich tragen.   
Beschrijving
Toen Gijske 's avonds van het station naar huis wandelde, moest hij de weerwolf dragen. Wanneer oom Jo de man in het station ging halen, zag men de weerwolf niet. Men hoorde het beest dan wel lopen. De weerwolf droeg namelijk een ketting om de hals, liet de hele tijd winden en lachte de mannen uit.
Bron
W. Jackers, Leuven, 1958
Commentaar
1.6 Weerwolven
limburgs (bilzen)
95
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Gijske   
Jo   
Naam Locatie in Tekst
Gellik