Hoofdtekst
29Q’ Zo, dat zijn allemaal verhalen die ik echt meegemaakt heb. Zij deed niks liever als mij pesten, me koeioneren, mijn geld uit mijn tas halen, ziek. Als ik iets had, dat moest kapot of allé, dat bleef hetzelfde, dat was haar bedoeling.28P’ Maar dat met die medailles, dat had ze zelf gezegd.29Q’ Dat had ze zelf gezegd.28P’ Dan heb jij dat hier gedaan onder de stoel daar en onder de mat.x Ja. 28P’ En sinds kon ze… Dat heeft ze mij gezegd, want we gingen ze uitnodigen elke keer rond nieuwjaar. x Ja.28P’ Ze zei: "Ja maar, Louis," zei ze tegen mij. "Ik kan bij jou de trap niet meer op," zei ze. Ik zeg: "Ja, als dat niet meer gaat."29Q’ Het was een dik, groot mens van honderd kilo.28P’ Maar dat ging wel, want als ik en onze vader haar gepakt hadden langs weerskanten, was ze boven.29Q’ En die kon ook normaal gaan, gelijk een ander mens.28P’ Maar ik wist van de knopen.29Q’ Dat was een uitvlucht, omdat er hier trappen zijn. 28P’ Ik wist van de knopen en achteraf iets mee…29Q’ Louis heeft nog twee zussen.28P’ Mijn oudste zuster verjaarde, geloof ik.29Q’ Nee, met een Leuven kermis.28P’ Of met een Leuven kermis. 29Q’ Die woonde op de Spaanse kroon.28P’ En ze ging naar ginder en die hadden elf, twaalf trappen. 29Q’ En geen leuning.28P’ En geen leuning aan. En daar ging het wel. Ik zeg: "Ho, nu blijf ik hier weg." 29Q’ Dan wist je al genoeg.28P’ Dan moet ze dat voor iedereen doen. Bij mij ging het niet meer, dan moet ze dat op een ander ook niet doen.29Q’ Ja, en ik was dan zo slim. En ik reed met de auto langs daar om te zien dat ze wel weg was.28P’ En sindsdien ben ik daar niet meer geweest. 29Q’ En de rollen waren zo wel een beetje af zo met een Leuven kermis. Ik zeg: "Ja maar, dan zal ik naar hun Marie-Louise telefoneren." Dus dan weet je dat het waar is.28P’ Ja, je hebt het gedaan.29Q’ Ik heb het gedaan voor recht in mijn schoenen te staan. En ik heb hun moe aan de telefoon gevraagd en ik heb hem toen neergelegd. Ah ja, wat moest ik doen? En we wisten genoeg.28P’ En sinds zijn we daar niet meer…29Q’ Allé, we wisten al alles, maar we wilden altijd meer ontdekken, meer ontdekken en nog altijd een beetje meer ontdekken. Zo is alles…28P’ Ene die daar niet in gelooft, awel mij mogen ze weg doen.29Q’ Hier is van alles gebeurd.28P’ Het is waar, je mag gerust zijn. Ik maak niemand iets wijs.29Q’ Nee, en dan mijn dochter… 28P’ Want dan zei ik dat niet.29Q’ Ik geloof dat ze zeventien jaar was.
Beschrijving
Een vrouw nodigde haar schoonmoeder uit in de Nieuwjaarsperiode. Omdat de vrouw echter vermoedde dat haar schoonmoeder een heks was, had ze een medaille onder de drempel gelegd. Daardoor kon de heks niet binnen. De schoonmoeder wimpelde de uitnodiging af met de smoes: "Ja maar, ik geraak de trap niet meer op". De vrouw had echter gezien hoe haar schoonmoeder in een ander huis moeiteloos een trap zonder leuning beklom.
Bron
T. Bergen, Leuven, 2003
Commentaar
2.1 Heksen
vlaams-brabants (groot-aarschot)
29Q' en 28P'
memoraat
Naam Overig in Tekst
Nieuwjaar   
Naam Locatie in Tekst
Rillaar