Hoofdtekst
Beschrijving
Om een heks te ontmaskeren, kon men de ‘sleutelproef’ doen. Men moest dan een sleutel op de rechterwijsvinger leggen en die laten draaien. De richting die de sleutelkop dan aanwees, was de richting waarin men naar een heks moest zoeken. Tijdens de eerste wereldoorlog werd die sleutelproef ook gebruikt om te weten te komen of een soldaat nog in leven was. Als de sleutel op de grond viel, was de soldaat dood. Anders leefde hij nog. In Zoutleeuw woonde een voddenraapster die een heks was. Die heks was ontmaskerd toen men een heiligdom onder de drempel had gelegd en daarna vaststelde dat de heks er niet overheen kon. Een heiligdom was een lapje stof waarin een relikwie zat. De mensen gingen zulke heiligdommen halen bij de paters van Sint-Truiden.
Bron
D. Herbots, Leuven, 1974
Commentaar
2.1 Heksen
brabants (oosten)
29E
WOI
fabulaat
Naam Overig in Tekst
paters van Sint-Truiden   
Sint-Truiden (paters van)   
Naam Locatie in Tekst
Zoutleeuw   
Plaats van Handelen
Sint-Truiden   
Zoutleeuw