Hoofdtekst
27 Ja, dan was ik eens… Waar was dat? Was dat bij de dokter Partoens? Die had een kabouter in de, die had een grote dinge vanachter, zoals een ‘heufke’ (= tuin) en dan ‘waermes’ (= moestuin). Maar wij gingen daar dikwijls zien met dinge en dan hadden ze daar een kaboutermanneke. En dan zeiden ze: "Als je niet oppast, dan halen we dat bij de dokter. Dat komt achter je. Dat is een ‘avermèntje’,"zeiden ze dan. Ja, wij hebben dat zo altijd maar horen zeggen, maar ik heb nooit een in het echt gezien of niks, hoor. En ze maakten je ook niet bang ervoor.
Beschrijving
Als een kind niet braaf was, dan zeiden de ouders: "Als je niet oppast, dan halen we het alvermannetje bij de dokter!"
Bron
H. Schoefs, Leuven, 1996
Commentaar
1.2 Aardgeesten
limburgs (groot-riemst)
27J 415
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Zichen-Zussen-Bolder