Hoofdtekst
In den tijd dat ‘k jong was, mijnhere, was-t-er hier wreed veel wild op Elsegem en we gingen dikwijls op klopjacht en per toeval stonde’k zuuste naast de grave van ’t kasteel en we komen aan ‘nen groten eike en ‘k zegge: "Mijnheer de grave, dat is hier ook al ‘nen ouden boom…"" – "Ja’t, Kamiel", zei de grave, "we hebben daar op ’t kasteel ‘nen boek van, ’t is ‘nen eike van ’t jaar zeventienhonderd dertig. En der stond hier ook ’n patersklooster en dien eike stond op den hoek van den kloosterhof."En ‘k zegge: "Mijnheer de grave, zou dat waar zijn dat het hier nog zo aardig gedaan heeft in den tijd?" –"Ja’t, ’t schijnt van ja", zei-t-ie, "’k heb nog horen vertellen van ‘nen kameraad dat hij daar ten twaalven van den nacht passeerde, en daar ’n leven was in die eike, dat ge zoudt gezeid hebben: der zitten twintig muzieken in."En ook op dat kloosterhof ging-t-ere daar iets omme dat niet zuuste was. En dat was ’n vrouwmens, of liever, ’t model van ’n vrouwmens, en ze noemden haar "Lange Jeanne".En als ze gingen gaan desschen (dorsen), ’s nuchtend in de schure, ’s winters, met vlegels – gij hebt dat niet gezien hé, maar gij hebt daar misschien nog wel van gehoord – ewel, als ze met de vlegels gingen gaan desschen, was "Lange Jeanne" daar altijd: ze was zij zo lang lijk dat ze wilde, achte-tien meters. En da was lijk ’n vrouwmens, en ze lag alzo van d’ene balke over d’andere, zo lang was ze!En der gebeurden vele ongelukken op dat hof, tot als ze dat deden aflezen van de paters. En de paters deden vele gebeden veur heur. En dat is toen ’n beetje achtergebleven. Maar der was toch altijd entwadde: der lag ’n peerd dood, ’n koebeeste dood, allé, alle soorten van ongelukken. En de grave vertelde der nog bij: "Maar", zegt ie, "Larue, dat heb ik zelve niet gezien, maar horen vertellen van mijn papa."En hij had dat ook van zijn papa horen zeggen dat ze op ‘nen kilometer van ’t hof op de kouter – nu over den ijzerweg – ‘nen put gemaakt hadden en ze hebben dat spook of dat kwaad daarin begraven. En de grave zei dat dat spook alle jare ‘nen meter vernaderde naar ’t hof dat ’t daar spookte. "En als ’t waar is", zei de graaf, "’t zou binnen ’n paar jaar were kunnen slecht gaan op ’t hof."Dat was vroeger ’n klooster geweest van paters en den een had den anderen doodgestoken, kapot gemaakt. En sedertdien gebeurde der daar niets anders dan ongelukken, en, dat is zeker dat dat geen zuuste zake was.En paters kwamen dat dikwijls belezen en tegen dat ze uitscheidden, leekte ’t zweet van ulder, dat ’t zo lastig was.Ja ja, ’t is al raar hé…
Onderwerp
SINSAG 0258 - Plagegeist durch Pfarrer (Pater) gebannt
  
Beschrijving
Naast het kasteel van de graaf van Elsegem stond een eik die uit het jaar 1730 zou dateren. Vroeger stond die eik op de hoek van een kloosterhoeve. Om middernacht kon men bij de eik muziek horen.
Op de kloosterhoeve vertoefde vroeger een vrouw die 'Lange Jeanne' werd genoemd, omdat ze zichzelf zo groot kon maken als ze maar wilde. Soms was Lange Jeanne wel acht of tien meter groot. Op de hoeve gebeurden veel ongelukken. Nu eens lag er een paard dood, dan weer stierf er een koe. Op zekere dag heeft men de hoeve door de paters laten overlezen, waarna het ongeluk verminderde. De paters waren helemaal bezweet van inspanning. Op een kilometer afstand heeft men een put gemaakt, waarin het spook werd begraven. Ieder jaar zou dat spook echter een meter dichterbij komen. Als dat waar is, dan zou het over enkele jaren opnieuw slecht kunnen gaan op de hoeve.
Onder de paters die op de kloosterhoeve woonden, zou ooit een moord zijn gebeurd.
Op de kloosterhoeve vertoefde vroeger een vrouw die 'Lange Jeanne' werd genoemd, omdat ze zichzelf zo groot kon maken als ze maar wilde. Soms was Lange Jeanne wel acht of tien meter groot. Op de hoeve gebeurden veel ongelukken. Nu eens lag er een paard dood, dan weer stierf er een koe. Op zekere dag heeft men de hoeve door de paters laten overlezen, waarna het ongeluk verminderde. De paters waren helemaal bezweet van inspanning. Op een kilometer afstand heeft men een put gemaakt, waarin het spook werd begraven. Ieder jaar zou dat spook echter een meter dichterbij komen. Als dat waar is, dan zou het over enkele jaren opnieuw slecht kunnen gaan op de hoeve.
Onder de paters die op de kloosterhoeve woonden, zou ooit een moord zijn gebeurd.
Bron
F. Van Houdenhove, Leuven, 1967
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (tussen schelde en leie)
64
Jeugd van de informant
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Elsegem (kasteel van)   
kasteel van Elsegem   
Lange Jeanne   
Naam Locatie in Tekst
Kaster   
Plaats van Handelen
Elsegem