Hoofdtekst
Van als het ’s nachts regende waren de toveressen op gang. Op den Dries woonde nu ook een toverheks. De molen draaide geweldig. “Komt van uwe molen”, riep de toverheks, “hij en hangt maar enen nagel meer vast.” De mulder kwam er af en hij was er nog maar af of daar lag de molen met zijn sarels omver. En was hij er opgebleven dan en kost de toverheks hem niets doen, want hijzelf was diene nagel.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Wanneer het ’s nachts regende, waren de toveressen op pad. Een molenaar die ’s nachts tijdens een regenbui aan het werk was, zag een toveres voorbijkomen, die zei: “Kom van je molen, want hij hangt maar met één spijker meer vast”. De molenaar stond nog maar net terug op de grond, of de molen viel omver. Als de molenaar op zijn molen was gebleven, dan zou er niets zijn gebeurd, want hij was zelf die ene spijker.
Bron
M.-P. Kesteleyn, Leuven, 1964
Commentaar
2.1 Heksen
oost-vlaams (vlaamse ardennen)
315
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Zegelsem