Hoofdtekst
Ze gingen met drie, vier man nor èn hofsteê roend middernacht. En een ging in ’t koeistol. Hij kapte e koe zijn steert of en den boer liep, vermaande de knecht en de boer liep zere nor ’t koeistol en de knecht ging ook mor de boer lei ol vermoord en ze vermoordden de knecht ook. De moordenaars gingen toen in huus en ze pakten de vrouwe en ze boenden ze en ze staken e prop in heur kele dat ze niet koste roepen. En z’an eerst gevraagd wor dat ’t geld zat. Z’èn ol ’t geld gestolen dat in heel ’t huus wos.
Onderwerp
SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   
Beschrijving
Drie of vier rovers trokken omstreeks middernacht naar een boerderij. Eén van de rovers ging naar de koeienstal en sneed de staart van de koe af. Toen de boer en de knecht vervolgens naar de stal liepen, werden ze vermoord. Daarna gingen de rovers naar binnen, waar ze aan de boerin vroegen waar het geld lag en haar vervolgens vastbonden en een prop in de mond staken. De rovers hebben het huis helemaal leeggeroofd.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
4. Historische sagen
west-vlaams (vrijbos)
176C
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Gits