Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

CDEWI1046_1046_32478

Een sage (mondeling), dinsdag 19 januari 1999

Hoofdtekst

48 I -Dan weet ik nog dat mijn meter, euh, dat was een hele flinke vrouw, een kleintje, kleintjes zijn dapper hé!46 -Jaos!48 -Euh, mijn meter kwam dus iedere week, iedere week naar Zottegem, met haar fiets van Cottem, met haar fiets langs de trambaan in Leeuwergem en euh, die kwam dus met haar fiets naar de markt en zij kwam naar de markt van ‘s morgens vroeg, haar kinderen gingen naar de school en die moesten naar Oombergen, naar de school.II -Aan de kerk?48 -Dat was drie kwartier te voet waarschijnlijk.II -Aan de kerk? Aan de kerk?48 -En dus van acht uur waren die kinderen weg en mijn meter kwam dan naar de markt, naar Zottegem. En dat was ja, bij haar zuster, bij mijn moeder kwam zij dan in de voormiddag een keer binnen, of bleef, want haar kinderen bleven in de school hun boterham eten. En op een zekere keer heeft mijn meter verteld, ze komt in de trambaan en er ligt een pakje. Ze raapt dat pakje op, zegt ze: “Wat is dat nu? Allez, wat is dat nu? Allez,” zegt ze, “ik ga dat in mijn kabas steken hé en dat meedoen”. Een tien meter verder valt ze met haar fiets. “Ah, allez,” zegt ze, “ik heb dat hier nog nooit niet tegengekomen, ik val nu”, ze kruipt weer op haar fiets en ze gaat er weer afvallen, ze wordt dat gewaar dat ze er weer gaat afvallen. Allez ze rijdt en sukkelt verder, bij zoverre dat ze achter enkele meters, dat is dus het verhaal van mijn meter en ik moet eerlijk zeggen, mijn meter heb ik altijd geloofd, ze fantaseerde niet; en zegt ze: “Ik was een eind verder en ik viel weer van mijn fiets, ik zeg: “Allez, wat is dat nu toch, die fiets is waarschijnlijk kapot, want ik moet eerlijk zeggen, mijn kader heeft ook een keer gescheurd geweest en ik kletste ook van ‘t een naar ‘t ander en mijn man zegt: “Als ge dat ooit nog een keer gewaar wordt, kruipt er nooit meer op, had uw kader gebroken, gij had lelijke malheuren gehad!”, ik ben daar nog mee naar huis gekomen, maar ik zwenselde van ‘t een naar ‘t ander.46 -Ik ook.48 - ‘t Is of lijk dat mijn fiets zat was, ziet ge? Dus mijn meter dacht misschien aan zoiets, ze is te voet van Leeuwergem uit de trambaan gekomen tot aan de Kruislieveheer 46 -Aan Poorters.48 -en daar komt ze en hoe raar dat het ook klinkt, daar valt haar fiets uit haar handen aan de kruislieveheer, ze zet haar daar een beetje om te bekomen van de emotie dat ze dus meegemaakt had en zegt ze: “mijn fiets valt, dat pakje valt daar uit en dat valt tot vlak voor die Kruislieveheer. En,” zegt ze, “ik wil dat pakje weer oprapen en ik krijg weer die rillingen en ik heb dat pakje laten liggen” zegt ze, “Ik heb mijn fiets gepakt , ik ben de Buke afgereden en ik ben niets meer gewaar geworden, niets meer. En” zegt ze, “ik ben weergekomen en dat pakje lag ‘t er niet meer. Dat pakje was weg.”

Beschrijving

Een vrouw die per fiets terugkwam van de markt in Zottegem, zag een pakje op de weg liggen en raapte het op. Wat verderop later viel de vrouw met haar fiets. De vrouw wilde voortrijden, maar had de hele tijd het gevoel dat ze weer ging vallen. Uiteindelijk was de vrouw dan ook genoodzaakt te voet van Leeuwergem tot bij de Kruislieveheer te wandelen. Op die plaats viel haar fiets uit haar handen, waardoor het pakje op de grond belandde. De vrouw wilde het pakje weer oprapen, maar kreeg rillingen en liet het liggen. Daarop nam de vrouw haar fiets en reed voort zonder enig probleem. Toen ze enige tijd later weer op die weg kwam, was het pakje verdwenen.

Bron

C. De Winne, Leuven, 1999

Commentaar

1.4 Luchtgeesten
oost-vlaams (groot-zottegem)
48I
Meter van de informant
fabulaat

Naam Overig in Tekst

Kruislieveheer    Kruislieveheer   

Naam Locatie in Tekst

Zottegem    Zottegem   

Plaats van Handelen

Zottegem    Zottegem