Hoofdtekst
Den aa scheper van Hamal moes(t) 's avonds altijd thuisgaan. Zijne hond jonde (= werd) iet gewaar, hij dorst nie aan de stichel (= slagboom) doorgaan. Ze konden nooit over, de weerwolef zat t' rop.
Beschrijving
Een schaapherder uit Hamal wandelde 's avonds naar huis met zijn hond. De man durfde echter niet voorbij de slagboom te gaan, want daar zat een weerwolf op.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
1.6 Weerwolven
limburgs (tongeren en omstreken)
972
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Lauw   
Plaats van Handelen
Hamal