Hoofdtekst
De kabouters en de hüssen - dat waren de vrouwelijke kabouters - woonden in spelonken, in klein grotte op het grensgebied tussen Vechmaal , Oreye en Horpmaal. Doa waren 'les trous des nutons' as de Walen zeggen. As zje in die tijd veel was had, dan moes(t) zje het maar gereed zetten in een kuip, mè djze moes(t)e e wit brood, een mik dus en ene klot boter (= klontje boter) neven de kuip leggen, dan kwamen ze 's nach(t)s wassen.
Onderwerp
SINSAG 0063 - Die hilfsbereiten Zwerge arbeiten in der Nacht für die Menschen für Nahrungsmittel (Tabak, Geld)   
Beschrijving
De kabouters woonden in spelonken op het grensgebied tussen Vechmaal, Oreye en Horpmaal. In Wallonië noemde men die grotten 'les trous des nutons'. De kabouters deden 's nachts de was voor de mensen in ruil voor een wit brood.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
1.2 Aardgeesten
limburgs (tongeren en omstreken)
4
fabulaat
'Nuton', 'nutin', is Waals voor het Franse 'lutin' (cfr. Ofr. Netun van Neptunus) en betekent: plaaggeest, kwelgeest, kabouter.
Naam Overig in Tekst
Frans   
Waals   
Naam Locatie in Tekst
Vechmaal   
Plaats van Handelen
Vechmaal   
Horpmaal   
Oreye   
Wallonië