Hoofdtekst
De maag(d) van bij 'Broeders' in Repen ging ook eens noa de keremis, en dan was doa altijd iet verdwenen! Nu legde ze haar muts op e tafel en ze dach(t) : 'ich ben toch curieus wie ze zal nemen!' Toen kwam het metske (= meisje) terug en de muts was voert, mè ze wis(t) het nog nie! en wei ze bier ging tappen vond ze alles! Dat stuk bokkerij(d)er had het in de bierton gestoken, ja!
Beschrijving
Op een dag wilde de meid van boer B. naar de kermis gaan. Ze had haar muts op tafel gelegd, maar toen ze terugkwam, was de muts verdwenen. Even later vond de meid haar mutsje in de bierton; de knecht had het daar verstopt.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
2.2 Tovenaars
limburgs (tongeren en omstreken)
881 (6)
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Neerrepen