Hoofdtekst
Toe Pee Coopmans, heel ’t stal keerdege onderste boven. ’s Nachs looptegen de beesten daar ol rond mee ulder keten los. ’s Nuchtens waren z’ollemale gebonden. Z’hân ne keer ’n zwijn, en ’t ha leeuwejongen.
Beschrijving
Op een boerderij in Harelbeke liepen de dieren 's nachts met losgemaakte kettingen rond. De volgende ochtend waren de dieren weer vastgebonden. Op een dag had men op een boerderij een zwijn dat leeuwenjongen in plaats van biggen kreeg.
Bron
G. Speecke, Leuven, 1959
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (menen en omstreken)
122
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Harelbeke   
Plaats van Handelen
Harelbeke