Hoofdtekst
In Pittem, den deen is ook wor wè, wos er èn hofsteê wor dat er èn oede elsenhage stoend. Die elshage wordt uutgereund (in land gebracht) en wos er dor gevoenden, e koferke met geld. En dat wordt nor de hofstede overgebracht. Die menschen hielden dat in bewaringe. En op zekeren korten tijd, ’s navonds als zij nor de beesten goengen, zagen ze dor niet anders dan ratten voor ulder voeten en ze kosten d’er niet up terten. Zij hebben dorvoren advies hèt om dat were up zijn plaatse te steken. En dormee woren de ratten verdwenen. Dat is ook echt wè. ‘k En dat hoenderden keren horen vertellen.
Onderwerp
SINSAG 0478 - Andere Erlebnisse; unbeschreibbare Spukerscheinungen.   
Beschrijving
Onder een oude elzenhaag bij een boerderij in Pittem vond men een koffertje dat gevuld was met geld. Het koffertje werd naar de boerderij gebracht. Toen de mensen 's avonds naar hun dieren gingen, zagen ze allemaal ratten voor hun voeten lopen. De mensen raadpleegden de paters van Tielt, van wie ze het advies kregen om het koffertje opnieuw te begraven waar men het had gevonden. Nadat men dat had gedaan, waren de ratten verdwenen.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (vrijbos)
215C
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Hooglede   
Plaats van Handelen
Pittem   
Tielt