Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

PVAND0179_0179_20795 - Toveres als paard herkend door verwonding: wordt beslagen

Een sage (mondeling), 1968

Hoofdtekst

’t Was hier n’een baas die geen knechten koste houden van zijn vrouwe was een toveresse. ’t Komt daar ne knecht die van niet benauwd was maar die geen werk vond. En je vraagt achter werk bij dien boer en dien boer zei dadde dat al de knechten ziek worden achter een ende. Die knecht zei dat da niet is en je wordt aanvaard. En je moeste in de peerdestal slapen, want da was de gewente. Maar in de plekke van in ’t bedde kroop t’ie achter ’t bedde en je wacht. En ten twaalven komt d’r daar een schoon wit peerd en ’t springt in da bedde en ’t draait en ’t wentelt hem en ’t gaat were voort. En den tweede nacht ’t komt were. En je zit were achter ’t bedde en je pakt de riemen van da peerd en je legt ze kruisgewijs en ton koste da peerd niet nie meer doen. En je goeng d’r mee te midden van de nacht voor te laten beslaan en je komt bij den smid en je doet het beslaan. En je keert were en je laat da peerd were lopen. En ’s nuchtens dien boer komt da vertellen da zijn wuuf met ijzers aan handen en voeten ligt en dien knecht vraagt o t’ie d’r mag naartoe gaan. En je gaat d’r naartoe en je zegt: "O j’ nie meer in de peerdestal komt, ga ‘k joe verlossen…" En ’s nachts, z’is were veranderd in een peerd en je gaat d’r were mee naar de smisse en je doet d’ijzers aftrekken en ze beloofde van nooit nie meer te komen. En nu was ze were genezen. En de boer vraagt: "Moe j’ daarvoren niets hèn?" "Magge ‘k ne keer ip heur gat slaan?" En je sloeg ip heur gat en ze vloog omhoge rechte naar de mane en ze it nu in de mane in de plekke (in plaats van) ’t manneke van de mane. En da’s nu ’t wuveke van de mane.

Onderwerp

SINSAG 0781 - Mahr im Stall ertappt. Gelübde nicht wieder zu kommen. (Erlösung).    SINSAG 0781 - Mahr im Stall ertappt. Gelübde nicht wieder zu kommen. (Erlösung).   

SINSAG 0783 - Hufeisen an Händen und Füssen.    SINSAG 0783 - Hufeisen an Händen und Füssen.   

Beschrijving

In Egem woonde een boer die geen enkele knecht in dienst kon houden omdat zijn vrouw een toveres was. Op een dag kwam er een knecht naar de boerderij, die werk wilde en zich niet liet afschrikken door de verhalen over zijn voorgangers die allemaal ziek waren geworden. Tijdens zijn eerste overnachting in de paardenstal kroop de knecht achter het bed in plaats van erin. Om middernacht zag de knecht een mooi wit paard verschijnen, dat in het bed kroop, zich omdraaide en vervolgens weer verdween. Toen dat paard tijdens de tweede nacht opnieuw verscheen, greep de knecht de teugels van het paard vast en legde ze gekruist. Daardoor kon het paard niets meer doen. Nog diezelfde nacht trok de knecht met het paard naar de smid om het dier te laten beslaan. De volgende nacht deelde de boer de knecht mee dat zijn vrouw met ijzers aan haar handen en voeten in bed lag. De knecht ging naar de vrouw en sprak tot haar: "Als je beloofd om niet meer in de paardenstal te komen, dan zal ik je verlossen". De volgende nacht verscheen het beslagen paard weer in de paardenstal. De knecht ging opnieuw met het dier naar de smid, deze keer om de hoefijzers te laten verwijderen. De boer was verheugd toen hij vaststelde dat de boerin genezen was. "Wil je daarvoor geen beloning?" vroeg hij aan de knecht, waarop deze antwoordde: "Ik wil wel eens op haar achterste slaan". Toen de knecht dat deed, vloog de boerin naar de maan, waar ze moest blijven zitten op de plaats van het mannetje in de maan.

Bron

P. Vandewalle, Leuven, 1968

Commentaar

2.1 Heksen
west-vlaams (o van houtland)
356
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Egem    Egem   

Plaats van Handelen

Egem    Egem