Hoofdtekst
Ich heb altaid heuren vertellen dat do hai oak heksen woren in het deurp. Mai ich heb ze nooit gezien. Ich weet woal dat ne man out het deurp op ne avond een heks tegenkoem. Hij bald e zijn vausten en hoeld zijne daum steivig in zijn hand. Zo kos de heks hem niks dun en ze was heel kood.
Beschrijving
Op een avond kwam een man uit Voort een heks tegen. Omdat de man zijn duimen in zijn vuisten hield, kon de heks hem geen kwaad doen.
Bron
R. Jageneau, Leuven, 1965
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (borgloon)
451
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Voort   
Plaats van Handelen
Voort