Hoofdtekst
Jamaar, tovermeten, ze kunnen zulder toch entwadde!Als we wilder kleine waren – ‘k wilde der op wedden tegen gelijk wiene – der is ‘ne keer ’n zeker moment gekomen, ’t lagen t’onzens altijd alle zondagen binst d’hoogmesse ’n henne of twee dood, en dat was al vier zondagen te reke, altijd binst d’hoogmesse.En ons moeder is naar Kortrijk gegaan naar de paters. En ’t heeft ‘ne pater meegekomen en hij heeft rond ’t huis gegaan om te belezen; en hij heeft ’n medailleke onder de zulle (dorpel) van ’t huis gesteken en hij zei: "’t Kwaad kan niet meer binnen nu." En ’t is verdemme waar, ’t is nooit geen henne meer doodgegaan. En dat is waar zulle, ‘k zegge, ‘k wilde wedden tegen gelijk wiene!
Beschrijving
Op een boerderij lagen na afloop van de hoogmis altijd enkele kippen dood. Toen dat ongeluk al vier zondagen had geduurd, ging de boerin naar de paters. Eén van de paters kwam het huis overlezen en hij legde een medaille onder de dorpel. Daardoor kon het kwaad niet meer binnen, zo beweerde de pater. Sindsdien is er op die boerderij geen enkele hen meer gestorven tijdens de hoogmis.
Bron
F. Van Houdenhove, Leuven, 1967
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (tussen schelde en leie)
385
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Deerlijk