Hoofdtekst
Do was een heks en die was geere van heur boeke af. Die was do nemieje veur, veur mee den duvel om te gaan en die wilde ze in de stoof steken, ma ’s anderendaags lage die altijd terug op de kas op dezelfde plek. Ze had ze ook al kapot gescheurd, ma da was niks gekort. Ze lagen toch terug op ’t schap. Toen ging ze no den pastoor. En de pastoor zei as da ze 3 kere ’s nachts rond de kerk moest gaan. Toen had ze door vuur en van alle aardigheid moeten kruipen en toen was zij do vanaf.
Beschrijving
Een heks had al vaak geprobeerd haar toverboeken te verbranden of te verscheuren. De volgende dag lagen de boeken weer in hun originele staat op de kast. Van de pastoor kreeg de heks de raad om drie keer rond de kerk te lopen. Daarna was de heks van haar toverkracht verlost.
Bron
M. Vankerkhoven, Leuven, 1964
Commentaar
2.3 Toverboeken
limburgs (grensgebied kempen-hageland)
605
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Tessenderlo