Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

KERAR0133_0133_16561 - De bende X

Een sage (mondeling), 1966

Hoofdtekst

Mijn grootvader al mama’s kant heeft nog een keer verteld van een moordzake, gebeurd in Vlamertinge op een zekere zundag onder d’hoogmesse van ten tien. De moordenare was een persoon die lange tijd werkte bij een zekere Decoene, een hofstee op den "Ouderdom”, dus langs de bane Vlamertinge Elverdinge, rechtover een grote hofstee van Desmytter. ’t Was een dubbele moord, de boerinne en heur zeuntje. De moord is uitgekomen en ‘t was een zekere Kesteleyn die dat gedaan hadde. Je werkte hij bij me nonkel, de nonkel van mama. Kesteleyn woonde op de Poperingse steenweg op Vlamertinge. Nu op dien dag speelden Kesteleyn’s jongens buiten op strate en ’t kwam daar een vrouwe vragen als ulder moeder thuis was, dus Kesteleyn’s wuuf. "Ja’s”, zeien ze, "z’is bezig aan ’t werk, ze zou nie geren hebben da je gaat, z’is aan ’t wassen! ’t Is al bloed”! Als die vrouwe dat hoorde ging ze toch binnen, ze zag dat. "Tiens”, zegt ze, "’t is wel een grote kuipe bloed”! "Ja’t”, zegt Kesteleyn’s wuuf, "me man is gegaan naar ‘t hof lijk gewunte en ‘t was een koe die slecht kolfde en ’t sputte al bloed op ze kleers. ’t Is dat da’k afwassen. Deur dat de moord ondertussen al bekend was, hadden ze rechtuit (direct) vermoedens op Kesteleyn. J’heeft afgehaald geweest van de gendarmen, in ’t gevang gestoken ne proces. Maar voor da proces was me nonkel ook gero[e]pen, als getuige, vermits Kesteleyn daar zo lange jaren gewrocht heeft. Me nonkel zei: "’t Kut hem nie zijn”! Daarmee aanzagen z’hem biekan (bijna) als medeplichtige. ’t Moste er om doen (het toeval wilde), in dien tijd was er een zelfste moord gebeurd tegen Diksmuide en z’hadden bestatigd dat ’t afsnijden van den hals, van denzelfden hand moet geweest zijn lijk in Vlamertinge. Z’hadden toen ook al vermoedens op dien Kesteleyn. Binst ’t proces heeft Kesteleyn dat bekend. Dien moord heeft gebeurd op een nacht tussen ten tienen ’s avonds en ten vieren ’s nuchtens. Dien dag dat ’n da gedaan hadde, had hij van te vieren ‘s nuchtens tot te negen de blenden gedraaid, gekèrd, en ten negen gestopt, gegeten en ten tien was hij thuus. ’t Was daarop dat me nonkel zei dat ‘n ie da nie koste gedaan hebben. Dus j’hadde ’n moord gedaan in zukken tijd voor een paar kluiten. J’is de lesten geweest die in Ieper geguillotineerd geweest heeft. Mijn moeders vader heeft geweest om dat te zien, peter August. August Camerlinck. Op ’t lest’ogenblik heeft ie vergiffenisse gevraagd aan de twee families waar dat’n da gedaan hadde. Je was knecht bij nonkel Costenoble. Nonkel zei dat ’n nooit nieten gedaan hadde en noois nieten gestolen.

Onderwerp

SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.    SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   

Beschrijving

Tijdens de hoogmis van tien uur gebeurde in Vlamertinge een moord. De leider van een roversbende had een boerin en haar zoontje vermoord. Na de mis ging een buurvrouw op bezoek bij de vrouw van de bendeleider. "Mijn vrouw is aan het wassen en ze wordt niet graag gestoord", sprak de bendeleider. De buurvrouw ging echter toch binnen en zag een kuip vol bloed. Daarop sprak de vrouw van de bendeleider: "De koe had problemen bij het kalveren en daardoor hingen onze kleren helemaal vol bloed". Omdat de moord intussen al bekend was geraakt, was die man natuurlijk de hoofdverdachte. Een tijdje geleden was in Diksmuide ook een moord gebeurd, waarvoor diezelfde man werd verdacht. De bendeleider heeft uiteindelijk schuld bekend. Hij was de laatste die in Ieper tot de guillotine werd veroordeeld.

Bron

K. Erard, Leuven, 1966

Commentaar

4. Historische sagen
west-vlaams (ieper)
46
Groetmoeder van de informant
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Ieper    Ieper   

Plaats van Handelen

Vlamertinge    Vlamertinge   

Diksmuide    Diksmuide