Hoofdtekst
D’er woondigen 3 jonge dochters in een huizeken en ’t spooktige dare. Zekren avond nu han ze veel verzet, leute en plezier en in dat huizeken waren d’er geutgatten (goten) om ’t watre deure te laten. On (als) de jonkheden nu weg waren rond middernacht komen d’er al mee ne keer eenentwintig katten achter mallekaar in dat huis. De jongste dochtre maaktige haar kwaad en paktige een kassrolle kokend watre die op de stove stond en goot ze over de laatste katte. En ‘t ’s andrendaags lag d’oudste dochtre no in haar bedde en ze was heel verbrand in haar gezichte. Z’han zij gespookt mee die katten hé.
Onderwerp
SINSAG 0640 - Hexentier verwundet: Frau zeigt am folgenden Tag Malzeichen.
  
Beschrijving
In een huis waar drie ongetrouwde dochters woonden, spookte het. Omstreeks middernacht, kwamen er éénentwintig katten binnen in het huis langs het afvoergat voor het water. De jongste dochter ergerde zich aan de katten en goot kokend water op de laatste kat die ze zag lopen. De volgende ochtend lag de oudste dochter nog in haar bed met brandwonden in haar aangezicht.
Bron
O. Mattheeuws, Leuven, s.d.
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (grens oost- en zeeuws-vlaanderen)
346
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Knesselare