Hoofdtekst
Behekste hoeve.Bij Buelens daar heeft het ooit lelijk gedaan met de toverderij. Dat pjèt en die koei die gingen daar te werk. Op zolder was het 's nachts altijd een lawaai, dat was juist dat ze met bollen aan 't smijten waren van bij 't kegelspel. Dat was altijd om 12 uren te doen en dat stond te schuimen effenaf. Alle nachten was dat een getik van naaimachienen. Gingen ze naar de zolder zien dan zagen ze niks en kwamen ze terug beneden dan herbegon dat. Ze zijn daarvoor naar de paters geweest en die zijn dat komen overlezen. De pater zei dat den boer twee stenen moest gaan stelen bij nen anderen boer en dan moest hij die kruis[gewijs] in de stal hangen. Dat is toch wel curieus hé, iets moeten gaan stelen om een goed te bekomen. Maar er was niks aan te doen, hij moest.
Beschrijving
Op een bespookte boerderij gingen het paard en de koeien wild te keer. Op de zolder hoorde men om middernacht altijd lawaai waardoor het leek dat men er aan het kegelen was. Men hoorde ook het geluid van een naaimachine. Wanneer men ging kijken, was er vreemd genoeg niets te zien. Wanneer men naar beneden ging, begon de spokerij opnieuw. De paters zijn de boerderij komen overlezen. De boer kreeg de raad om twee stenen bij een andere boer te gaan stelen. Die stenen moest hij kruiselings in de stal hangen.
Bron
L. De Wit, Leuven, 1956
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
antwerps (mechelen en omgeving)
168
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Zemst