Hoofdtekst
Beschrijving
Een Duitse schaapherder ging iedere woensdag en zaterdag op stap. Toen hij aan een vriend had verteld dat hij altijd naar een vereniging ging, waar hij veel plezier beleefde, wilde de vriend ook een keer meegaan. "Kan je zwijgen?", vroeg de Duitse schaper, "Anders mag je niet meegaan". De vriend beloofde te zullen zwijgen en mocht meegaan. Op woensdag nam de schaapherder een potje en smeerde zichzelf en zijn vriend in met een speciale zalf. Daarna zei de schaapherder: "Over haag en over heg, over hust (1) of over vrede". Zodra de schaapherder was weggevlogen, zei de vriend: "Door haag en door heg, door hust en door vrede". De vriend belandde op de grond omdat hij zich had vergist bij het uitspreken van de toverformule, maar hij werd door de schaapherder opgeraapt. De twee kwamen in een grote zaal waar mooie mannen en vrouwen in chique kleren kwamen eten. "Denk erom dat je moet zwijgen!", sprak de schaapherder tot zijn vriend. Vervolgens verscheen de duivel met zijn staart. Toen de duivel de schaapherder een mooi meisje had gegeven om mee te dansen, zei de vriend: "Maar jij hebt een mooi meisje!" Het volgende ogenblik was het hele tafereel verdwenen en zat de man op een mesthoop. Hij heeft een halve week nodig gehad om weer thuis te geraken.
Bron
F. Vandesype, Leuven, 1977
Commentaar
2.2 Tovenaars
brabants (zuid-west)
26K
fabulaat
(1) hust: struik
Naam Overig in Tekst
Duitse schaper   
Naam Locatie in Tekst
Oetingen